Laatste zondag Kerkelijk jaar 2020

Tijdens de dienst in de Dorpskerk te Zuidhorn op 22 november 2020 las Hester Wouda dit gedicht:

de Witte Roos

“Adem houdt op,
Warmte wordt kilte
Diepe kilte als van dood
En lachen wordt stilte
Echo van vragen
Dat geen antwoord vindt.
Maar een mensennaam
Kan niet vergaan,
Niet verzinken in oneindig niets.
Jouw naam
Heeft klank en toon gezet
In het muziekstuk van ons leven.
We zullen zo ver van jou
En de jouwen verdergaan
In gemis,
Maar ook in vertrouwen dat leven leven wordt
Als er maar genoten wordt,
Gevochten en geknokt,
Geliefd en gelachen.

Zo wordt jouw naam
Een witte roos aan ons hart,
Bloeiend voor altijd,
Geurig en welriekend,
Maar ook doornig stekend,
Want jij bent er niet
Als wij jou roepen;
En ons zoeken
Zal nooit vinden worden,
Geen samen lachen
En geen raken meer.
Maar in de stilte
Zul jij bloeien aan ons hart
Als schitterende herinnering,
Levend, tegen alle weerwil in.
Neen, vergeten zullen wij jou niet “.

(Gerard Oostveen: de witte roos)




Lied: Blijf mij nabij (tekst en muziek: Job de Bruijn)


LINK: Uitvoering door Leoni Jansen in KRO-NCRV Gedachtenisviering


Tekst “Blijf bij nabij”

Blijf bij mij
Blijf bij mij
Als mijn gemis onhanteerbaar is
In mijn geketend bestaan
Zonder hoop om te gaan
geen leven.
Ga een weg met mij
Ga een weg met mij

Blijf bij mij
Licht de last van mijn hart
Wees mijn levenslicht
Blijf,
Blijf bij mij.


Toelichting door dr. Oane Reitsma, predikant Protestantse Gemeente Enschede

Oergebed

‘Blijf bij mij’ is in de christelijke traditie eigenlijk een oergebed geworden. In de meest directe zin komen we het in de Bijbel tegen in het verhaal van de Emmaüsgangers, die tegen die onbekende man, die zij later bij het breken van het brood ineens zullen herkennen als de opgestane Heer, vragen: ‘Blijf bij ons, want het is bijna avond en de dag loopt ten einde’ (Lucas 24, 28-29).

In de angelsaksischse liturgie is die bede beroemd geworden in het lied Abide with me, fast falls the eventide (Lied 247: Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt). In de Lutherse liturgie is hij beroemd geworden door het avondgebed dat in de traditie aan Luther wordt toegeschreven: ‘Blijf bij ons, want het is avond en de nacht zal komen’ (zie Lied 202) en in de Taizé-traditie met het lied ‘Bleib mit deiner Gnade bei uns’ (Lied 256). En zo kunnen we wel even doorgaan (zie bijvoorbeeld ook Lied 240, Lied 251, Lied 232).

Gemis

Tekstdichter Job de Bruijn zet deze oerbede met dit lied in een context van verlies, waarmee hij dicht bij het thema blijft van het verhaal waar dit gebed uit komt. Het gemis staat centraal. En door dat gemis ontstaat er verlangen naar aanwezigheid: ‘Blijf toch bij ons! Verlaat ons niet!’ Een noodkreet.

Want alleen als er iemand is die bij je blijft en niet loslaat in je verlies of in je rouw, val je niet weg in de diepte, krijgt de radeloosheid geen kans. Die A/ander hoeft niet eens iets te zeggen of te doen. Aanwezigheid alleen is voldoende. Die licht de last van het hart en leidt uiteindelijk, ooit, naar bevrijding van een geketend bestaan.

Door de muzikale zetting wordt de roep om goddelijke aanwezigheid nog indringender.