11 december 2007/2008

Glenn Gould – Bach Aria

 

“Hoe gaat het“ ?
Een vraag die het afgelopen jaar vaak aan ons is gesteld.
Mijn antwoord is dan vaak: met ups en downs.
Want eigenlijk valt het niet uit te leggen hoe het gaat. Dat geldt voor ons alle drie.
Daarom willen we, 1 jaar na het overlijden van Femke, een impressie van het afgelopen jaar
op de site zetten.

De dagen na 11 december verliepen als in een roes. Je doet de dingen die gedaan moeten worden,
ontvangt mensen, vertelt over wat er allemaal is gebeurd vanaf 6 oktober
en je schrijft een In Memoriam voor je eerste kind.
Als ik dat nu nog eens teruglees, bedenk ik wat ik allemaal ook nog had moeten zeggen en heb ik
het gevoel dat ik tekort ben geschoten.

Je schermt jezelf af. Het verdriet is te groot. Er moet zoveel en je wilt dat het “mooi” wordt,
passend bij Femke en bij ons.
Blijkbaar klopt het wat in alle boeken staat over zo’n periode: ergens komt de kracht vandaan
om te doen wat gedaan moet worden.

Femke’s spullen zijn al voor de Kerst naar ons terugverhuisd. En op haar oude kamer hebben we
de boekenplanken weer gevuld met haar spullen.
Ik vind het boodschappenlijstje dat ze maakte voor het feestje van haar 20e verjaardag en het
lijstje met de hapjes die ze wilde maken.
Een georganiseerde administratie over uitgaven en inkomsten en allerlei persoonlijke dingen.
Al haar kleren.
De T-shirts van de bridgekampen. De mooiste gebruik ik nu af en toe als slaapshirt.
Het voelt bijna als een inbreuk op iemands privéleven dit allemaal door je handen te laten gaan.
Het roept heel veel emotie op.

Femke woonde al ruim 2 jaar in Utrecht, dus er is in de dagelijkse gang van zaken niet ineens die
lege stoel of het bord dat je vanuit gewoonte toch nog op tafel zet.
Het zit in andere dingen, zoals bijvoorbeeld de groene eiersnijder.
Als Femke een weekend thuis was, was ze bij de zondagse lunch altijd lang bezig haar
versgebakken harde broodje uitgebreid te beleggen met vlees, kaas en daar bovenop het gekookte
eitje, zorgvuldig in plakjes gesneden door dat snijdertje ( en o wee als het ei te zacht was 🙁 ).
De aanblik van dat snijdertje, hoe onnozel ook, staat dan even voor alles wat er nu niet meer is.

En als ik op het station sta, en de trein zie komen, denk ik: zo stond ik hier als ze een weekend
thuiskwam. Ze zat altijd in het voorste gedeelte van de trein.
De telefoontjes die begonnen met: ”hoi hoi met Femke”.
De foto’s van haar die door het hele huis hangen.
De site.

Een zinnetje dat ze een tijd geleden op het whiteboard van Wopkelien schreef:
“heel veel succes met alles, Je zus”.
De laatste sms’jes in mijn telefoon , 2 dagen voor de grote aanval begon, koester ik en ik kijk er
vaak nog even naar.

De eerste maanden was er naast het verdriet om het verlies van Femke ook de ongerustheid over
Wopkelien: zou zij het ook krijgen?
Pas na de gunstige uitslag had ik het gevoel dat al onze aandacht op Femke gericht kon zijn.
Daarna zijn we ook begonnen met het nadenken over een grafmonument voor haar.
We bedachten drie dingen die er zeker in terug moesten komen: een foto van Femke, iets met de
zee en iets met bridge. Veel overleg volgde. Maar in november was het klaar.
Hoe het geworden is, is op de site te zien.

Er zijn veel boeken over verlies. Soms lijkt het net alsof de krant volstaat met advertenties waarin
deze boeken worden aangeprezen.
Het helpt om te lezen dat de dingen die je denkt en voelt ook door anderen zo worden ervaren,

In het voorjaar verschijnt er een boek waarin Wopkelien haar verhaal vertelt.
(Leven zonder jou van Daan Westerink)

Ook heeft Wopkelien een Hyvespagina aangemaakt: http://femkeinherinnering.hyves.nl
Marinus van de Berg schrijft ergens: “het verlies van een dierbare verandert vaak grondig de vier
grote zingevinggebieden: die van intimiteit/relaties, van arbeid, van recreatie, en van
levensbeschouwing.”

Ik heb dat zo ervaren en voel dat nog steeds zo.
Alles is veranderd en tot iedereen moet je je opnieuw verhouden.
De omgeving, vrienden, familie en collega’s zijn daarin net zo zoekend als je zelf bent.
Iedereen probeert naar beste kunnen er voor je te zijn.

Soms vallen dingen helemaal verkeerd.
Maar ik heb me voorgenomen te bedenken dat alles wat gedaan of gezegd, of wat niet gedaan
of niet gezegd wordt altijd vanuit de beste bedoelingen gebeurt.
En ik zie ook dat ikzelf soms de boot afhoud of niet open genoeg ben.

Ik realiseer me dat ik in vergelijkbare situaties missers heb gemaakt.
Pas nu kan ik dat zien.
En dan alle dingen die je weer voor het eerst doet:
boodschappen in het dorp, de bridgeclub, een kerkdienst, naar je werk.

De bijzondere momenten in het jaar die voor het eerst zonder Femke waren: Kerst,
de jaarwisseling, onze verjaardagen , de vakantie, Femke’s verjaardag, Sint.
In de “rouwboeken” staat dat als al die hoogtijdagen een keertje geweest zijn het beter gaat.
Maar of dat waar is?

Toen ik met dit verhaal bezig was schoot het door me heen dat het heel veel in het afgelopen jaar
“mentaal voorbereiden op” was.
Alle activiteiten kosten energie en gaan niet zomaar meer. Je moet je erop instellen en
je een beetje wapenen.
Het gaat dan niet om het spelen van een rol, maar je wilt enigszins functioneren in de situatie
waarin je je gaat begeven: je werk, het doen van boodschappen, een familie-uitje,
een bridgeavond.

Als je heel bewust gaat “voelen” bij de vraag hoe het gaat, kan ik even niet verder.
Dat “voelen” en daarover praten doe ik het liefst vis-à-vis, thuis, tijdens een wandeling of in een
vertrouwde omgeving.
Het is zeker niet zo dat ik nergens meer van geniet. Maar alles heeft een andere kleur gekregen.

Rouwen kost energie. Bij alles wat je doet, neem je Femke in je hoofd mee.
Moe zijn hoort er dus bij. Je hebt minder energie.
Ik bedenk wat ik van mezelf moet, en probeer dat zo goed mogelijk te doen en daarna ben ik
weer heel blij dat er even niks hoeft.

Dat ik kan nadenken, huilen, afleiding zoeken, muziek luisteren, wat dan ook maar.
Onverwachte dingen kan ik dan slecht tegen.
Ik maak bijna geen afspraken, hou geen belrondjes. Kortom ik gedraag me niet altijd sociaal.
Ook voor mensen die het afgelopen jaar een dierbare hebben verloren, kan ik naar mijn gevoel
niet voldoende betekenen.

Ik constateer dat wel, maar heb nog geen energie om het te veranderen.
Rouwen is eenzaam. Maar gelukkig kunnen Klaas, Wopkelien en ik bij elkaar terecht.
En er zijn zoveel attente blijken van aandacht van heel veel mensen, vanuit de groep rondom Femke
en vanuit de contacten die wij hebben,
dat wij ons gesteund voelen en ervaren dat er aan ons wordt gedacht.
We zitten weer midden in Advent. Vorig jaar hing de kerstster niet voor het raam.
Dit jaar hebben we besloten het wel te doen, als teken van hoop en als wens:
“Licht, overdek mij, vuur mij aan”.